Vanochtend vroeg 10 over 9, mijn thee was nog niet voldoende afgekoeld om netjes gedronken te kunnen worden zonder mijn keel met derdegraads brandwonden te versieren. De telefoon ging, en de stem begon verward en chaotisch zich te verontschuldigen voor een vreemde vraag. Of ze een nieuwe lens mocht, want eh ja, nu ja de hond had de vorige opgegeten.
Wij hadden het zo leuk bedacht, één goed werkend oog dus één multifocale contactlens en hop kijken met die handel. De passing leek goed, de acceptatie leek goed en het leven was mooi. Ik had alleen geen rekening gehouden met haar eigen Scooby Doo.
In mijn hele professionele carrière heb ik al veel dingen voorbij horen komen desbetreffende verhalen over rammelende brillen en getordeerde lenzen. Aliens, brilkabouters, boze schoonmoeders, nachtelijke stoeipartijen en monsters die bekend staan onder de terminologie “kinderen”. Maar opgegeten door de hond…. Die was nieuw.
Ik heb al veel dingen gedaan met contactlenzen, en ja ik zou je nu rustig kunnen vertellen welke contactlens er beter brandt ten opzichte van verschillende soorten contactlenzen leverbaar. Want zoals professor Ferdinand graag predikt, “wetenschap is geen wetenschap als het niet in de brand kan” . En dan begin ik mij toch af te vragen waar zo’n contactlens naar smaakt, hoe zout zijn de lenzen, hoe is de textuur en hoe smaken ze met mayonaise? Hoe zou sterrenchef Jonnie Boer ze bereiden?
Of die natte speurneus zich daar iets van heeft aangetrokken? Nee ik denk het niet. Ik ben er van overtuigd dat hij de lens inclusief houdertje en een bescheiden dosis vloeistof tot zich heeft genomen en het nog best lekker vond ook. En ze lag in de ochtend braaf te wachten, met grote hondenogen een sambaritme zwiepende staart op de baas, die in lichte paniek aan de opticien moet uitleggen dat de hond haar lens heeft opgegeten.
Nu ben ik niet onmogelijk en natuurlijk bestel ik een nieuwe lens, al is het alleen maar omdat ze mij een onvergetelijke start van de dag bezorgde, en een fantastisch verhaal voor het leven.